Tjonge, wat kan daar veel in zeg :-)) |
Donderdagmiddag na een aantal uren rusten op bed ben ik op pad gegaan voor de nieuwe uitdaging dit jaar. Vorig jaar is deze tocht voor de eerste keer gereden en dit jaar had ik Lowlands op het programma, maar Gerrit Schotman gaf aan dat dit niet door ging, dus deze maar. Lekker dichtbij, en met 1000 km in twee dagen te doen, is het idee.
Ik had alles voorbereid, en niks vergeten, dacht ik, het plan is om in Zoetermeer bij een Chinees een bak bami op te halen om vlak voor de start een warme maaltijd te hebben, zo gezegd zo gedaan, en ik had ook een 2de adres genoteerd, nou het eerste was niks, dus op naar het tweede adres, en daar een bak bami gescoord, hier heb ik veel profijt van gehad, kon er wel 4 keer van eten voordat het op was.
Al met al met file, chinees halen en het eten ervan, zorgde dit ervoor dat ik 20 min, voor de start pas aanwezig was, maar gelukkig net op tijd voor nog een bak koffie. Na een kort toespraakje van Leo zijn we met 13 deelnemers van start gegaan, Leo merkte nog op dat de wegen slecht zijn in Frankrijk met soms grote gaten, dus opletten. Ja, ja. Eduard Botter staat er ook bij zoals afgesproken, en we gaan op pad, als we Zoetermeer uit zijn gaan we de racefietsers voorbij en praten over de te volgen tactiek en kruissnelheid, ik vind 33/35 een mooi tempo. En Eduard gaat voorop want hij kent de omgeving en dat is altijd makkelijk, na een tijdje vraag ik waarom hij 40+ rijdt, en hij tempert wat. Anco de Jong rijdt bij ons in de buurt, en op de lange stukken gaan we hem voorbij, en bij het korte draai en keerwerk, gaat hij ons weer voorbij.
Opeens een kruising en Eduard ramt dwars over een vluchtheuvel, ik hoor een beste klap, en besluit om hem dit niet na te doen. Na de eerste schrik vraag ik of het gaat en of de fiets nog goed rijdt, ja, merk er niet veel van maar ben wel geschrokken, is het antwoord. Na een 10tal kilometers meldt Eduard dat er wel wat kapot moet zijn, want de fiets reageert vreemd bij het remmen, oke, stoppen en een eerste controle.
Als hij uitstapt en de fiets kantelt kijk ik dwars door de fiets, vanwege een groot gat in de rechterwielkast, precies op de plek waar de trekstang van de wielophanging vastzit. Het bevestingpunt heeft een mooie hap carbon meegenomen.
Tja, zeg tegen Eduard dat is nu, hier niet te repareren, oftewel einde tocht. Eduard heeft een rolletje tape bij zich, en net als 2 jaar terug bij de tocht door Nederland zitten we weer een Quest dicht te plakken, alleen toen was het plakken voldoende om door te kunnen rijden, nu is deze tape niet sterk genoeg, om dit op te vangen, zeker met de heuvels die we in Frankrijk krijgen, Eduard wil toch proberen wat het doet, en dat snap ik wel, dus nadat we alle tape geplakt hebben, rijden we verder.
Na een 20tal kilometers blijkt dat het niet werkt, en na overleg gaat Eduard terug naar huis en meldt zich af.
Tja, ik ga door maar zit wel ff in dubio, eerst zou ik de tocht fietsen, maar het vooruitzicht om alleen te rijden, trok me niet aan, dus niet aangemeld, nadat Eduard vroeg of ik nog mee zou, want hij zou wel, besloten om mee te doen, want met zijn tweeën, is het leuker dan alleen en dat trekt me wel. Nu na 50 kilometer zit ik toch alleen met 950 km in het vooruitzicht. Ik besluit om door te gaan en de racefietsers die ons door al het stoppen voorbij gereden zijn in te halen en hier de eerste nacht bij te blijven.
Zo gezegd zo gedaan, en na een half uurtje zag ik ze en heb ze verteld waar Eduard gebleven is, en dat ik mooi achter ze aan blijf rijden, ze reden net iets boven de 30tig, en dit vind ik prima, beetje keuvelen en gewoon ontspannen rijden. Zo rijden we met zijn 4en Belgie in, en gaan op Antwerpen af. Doordat ik volg kan de GPS uit en let ik eigenlijk niet zo veel op of het stijgt of daalt, alleen dat ik wat moet bijremmen als het omlaag gaat en wat meer kracht moet zetten als het omhoog gaat, maar veel inspanning kost het allemaal niet. Tjonge wat wil een mens nog meer.
Als we in Antwerpen zijn kunnen we vlot doorrijden want verkeer is er niet en stoplichten negeer je, want het is midden in de nacht en Belgie slaapt, dus dit schiet lekker op. Bij de parkeermeter staat Leo Forster met nog een paar mensen, ff afleiding. Ik eet weer wat bami voor zolang de voorraad strekt. De racefietsers willen al snel weer verder, dus echt ff zitten en zo, daar komt het niet van.
We gaan verder en moeten naar Tournai wat op 250 km ligt, halverwege naar Parijs, de nacht is donker en fris, veel bewolking en regen dreigt, 2 keer een grote wegopbreking, waarbij de racefietsers me helpen om met de Quest deze obstakels te nemen. Dat is wel handig, want als je alleen bent is dat erg lastig.
Tussen 4 en 5 uur geeft Nico (Duitsers van geboorte) aan dat hij zich niet goed voelt en haakt af, hij regelt wat met de organisatie zodat hij opgepikt wordt. Later hoor ik dat hij ziek is.
We gaan met zij'n drieën verder, en net voor 6 uur zijn we in Tournai, ook hier weer een kaartje uit een parkeermeter en wat eten, mijn bami is bijna op :-)) dit bevalt goed, doe ik vaker. Na een klein kwartiertje weer verder, wel jammer dat er geen gezelligheid is op de controlepunten, gelukkig is het droog, anders is het echt balen. Het volgende controlepunt is in Bapaume Frankrijk, op 322 km, het wordt licht en de heuvels wat hoger, ik besluit om mijn eigen koers te rijden en bedank de racefietsers, Bert de Vries en Jeroen van Keulen, voor de gezelligheid en de hulp. Jeroen ken ik nog van de tocht 2 jaar terug, toen bleven we ook lang bij elkaar in de buurt.
Het wordt warmer en hierdoor gaat het allemaal wat makkelijker, totdat ik een verkeerde afslag neem op een rotonde en bij het keren 2 motoragenten naast me opduiken, de chef van de twee gaat helemaal in het Frans uit zijn dak, hoe ik het in mijn hoofd krijg om hier te fietsen, tja ik versta geen woord Frans, maar uit zijn gebaren en gezichtsuitdrukkingen kon ik opmaken dat hij behoorlijk zijn eigen stond op te fokken, totdat hij bijna een gat in de Quest begon te drukken, toen heb ik in het Nederlands gezegd dat hij moest opzouten.
Al met al kwam hij weer op aarde en kon ik in het Engels uitleggen, het hoe wat en waarom, nou Engels was hij ook niet machtig, maar hij begreep het dan wel. Gelukkig vroeg hij niet om een identiteitsbewijs, want dat lag thuis (wat ik niet wist). Dus na overleg werd ik onder begeleiding van 2 motoragenten gebracht naar de juiste afslag van de rotonde, (30 mtr van de plek waar ze me staande hielden). Voelde me net een belangrijk persoon.
Ik ga weer verder en ff later rijd ik weer verkeerd en rijden Jeroen en Bert weer opeens voor me, Jeroen stopt en ziet dat hij een gebroken spaak achter heeft. Hij heeft reserve materiaal bij zich, dus ga ik weer verder. Na 322km kom ik in Bapaume waar ik een cola koop, en met het bonnetje kan bewijzen dat ik daar geweest ben. Ik merk dat mijn smart phone geen smsjes verstuurd naar het thuisfront, geen provider, nou ik snap er niks van want ik krijg wel een smsje van T-Mobile dat ze zien dat ik in Frankrijk ben. Ik probeer in dit plaatsje of ik gebruik mag maken van een telefoon in een winkel en een cafe, maar de Fransen snappen er niks van en zeggen dat ze alleen binnen Frankrijk kunnen bellen, niet erg behulpzaam.
Ik besluit om verder te gaan naar Montdidier, onderweg passeer ik een cafetaria waar ik koffie kan bestellen en na overleg gebruik mag maken van de telefoon. Grytsje is blij wat van me te horen, en we spreken af dat ik 2 keer per dag bel zolang ik geen verbinding heb.
Tussen Bapaume en Montdidier heeft Leo zijn best gedaan om de slechtste wegen van Frankrijk te vinden en dat is hem aardig gelukt moet ik zeggen, gewoon de boeren landbouwweggetje opzoeken waar af en toe gaten in zitten van 1 meter lang en of breed. Nou dat helpt, ik rijdt tussen de landerijen en ruik heel veel kippenmest. Want dat strooien de boeren als het graan eraf is, tonnen aan kippenmest, ik ruik het nu nog. Ook beginnen hier de echte heuvels waarbij de hoogte niet zo erg is maar het stijgingspercentage en het bochtige parkoers het niet mogelijk maakt om snelheid te maken om hiermee de volgende heuvel te beklimmen. Dit kost veel energie en is een beetje een herhaling van LEL 2013, maar met dit grote verschil dat ik nu ovale tandwielen heb, en als het meer dan 10% omhoog gaat gooi ik hem in het kleinste verzet en draai ik met 85/90 toeren lekker soepel omhoog. Dit is lang niet zo vermoeiend als met ronde tandwielen, en het ouderwetse stoumpe blijft uit.
Al snel ben ik in Montdidier en weet dat het daarna het zwaarste stuk komt, enerzijds omdat de hoogste heuvels van Parijs aan de noordkant liggen, anderzijds omdat het een stuk is met veel steden wat de snelheid ook niet bevordert. Snel na Montdidier rijdt ik verkeerd, en tijdens de afdaling moet ik dat corrigeren, niet handig. Hierna een afdaling waarbij je constant moet remmen anders zit je zo op de 100 km per uur en dat is niet handig want het is in een stad, ik denk zo rond de 20%, oké, deze houd ik in gedachte, op de terugweg moet ik hier omhoog. Even later kom daar waar Jos vorig jaar het ongeluk heeft gehad en ja, een erg gemene overweg, na een lange afdaling, in een keer, hoppa een paar rare bulten erin, ik reed maar 30 op die plek maar veel harder had het niet gemoeten.
Hierna een paar flinke klimmen, naar 160 mtr. waarbij het kleinste verzet weer de oplossing is:-))
Het gaat sterk op en neer, en veel verkeer en bebouwing, 30 km voor het keerpunt zie ik een Mac staan en weet dan al dat ik daar op de terugreis gebruik van ga maken, ik kom in de voorsteden van Parijs en het tijdstip 5 uur is niet bevorderlijk voor het tempo, dikke spits daar. Maar ik worstel me erdoor en bij de Seine komt Anco de Jong me tegemoet, ik verwacht eigenlijk elk moment de Eifeltoren te zien, maar dat duurt dan nog meer als een half uur, voordat ik eindelijk in de buurt ben. Tjonge wat een stoplichten, en die kinderkopjes, net of ze daar geen asfalt kennen of zo.
Wel zijn de Fransen heel vriendelijk en willen graag met je op de foto, ik glimlach elke keer en rijdt verder, want anders had ik er nog gestaan. om de beroemde lanen van Parijs wordt er veel getoeterd en gewezen naar me want dit zien ze daar niet zoveel. Om 6 uur ben ik bij de Eifeltoren en zie Leo en zijn collega staan.
Ik ben dan 22 uur onderweg en geen problemen met de fiets, zelfs geen lekke band, ondanks de F-lite's die eronder zitten. Ze houden zich prima, ondanks het echt slechte asfalt daar, en een stuk van 10 km met een verse laag split.
Ik laat Leo een stempel zetten, en vraag of ze wat te eten hebben.
Wordt vervolgt
Saluut.
Peter, leuk te lezen en sterk dat je doorgegaan bent na de tegenslag.
BeantwoordenVerwijderenGroeten, Wilco
Karakter Peter!
BeantwoordenVerwijderenLachen he? Met een velomobiel door Parijs? Met PBP 2007 lieten de japanners de Eifeltoren voor wat hij was om mijn Q66 op de foto te zetten. Veel interessanter! Haha!
BeantwoordenVerwijderenEen bak bami mee. Nooit op gekomen. Handig! Moet ik onthouden.:-)