Deze week de berichten gelezen en gezien over de Elfstedentocht die 20 jaar geleden verreden is in Friesland. Het maakt toch wat meer los dan je denkt. En daarom mijn herinneringen maar eens vastgelegd.
Maar eerst iedereen een Gelukkig Nieuwjaar en een Gezond 2017 toegewenst uiteraard.
Winter 96/97, tegen kerst begint het opeens toch wel erg serieuze te vriezen, en het ijs zet dik aan. Al snel komen de eerste berichten over een mogelijke Elfstedentocht. In 1985 heb ik hem gereden, en in 86 was ik jammer genoeg ziek, dus toeschouwer vanaf de bank. Dit waren tochten in febr. en toen was de vorst niet zo heftig. Dus je had wat meer tijd om een beetje aan je schaatsconditie te werken.
Maar nu knalde het ijs erin, en ik was bezig om de keuken te isoleren, want in '94 hadden we deze woning gekocht maar de stootvoegen waren lek aan de noordkant van het huis. En doordat de wind veel uit het noorden kwam, konden we de keuken niet echt warm krijgen. En met een gezin met 5 kleine kinderen heb je de keuken echt wel dagelijks nodig. Ik was vrij tussen kerst en oud/nieuw, maar echt veel tijd om kilometers te maken had ik niet, vanwege de geplande renovatie. Je begrijpt het was wat hangen en wurgen met de keuzes.
Gelukkig was ik al 2 jaar de gelukkige bezitter van een Alleweder en knorde elke dag naar Lemmer, dagelijks bijna 50 kilometer, dus die conditie had ik, en doordat ik wedstrijdrijder ben geweest en het tot A-rijder had geschopt, was mijn schaatsstijl ook niet slecht. Het lukte toch om voor 4 jan. verschillende keren 30 tot 40 km te rijden. Dit heb je ook wel nodig om weer aan de houding te wennen. Fietsen ligt dicht tegen schaatsen aan, maar er zijn uiteraard verschillen. Alleen je vermoede dat het wel eens kon gebeuren, maar je weet het pas als het bericht komt!
Doordat ik in '85, na de tocht gelijk lid ben geworden, had ik recht op een startkaart, en na de bekendmaking van Henk Kroes met "It giet oan", op 2 januari, was het zaak om de boel snel te regelen.
De Elfstedentocht koorts nam bezit van me. Ik kon bij een vriendin van Grytsje een slaapplek krijgen, ongeveer 500 mtr van het FEC in Leeuwarden, dus dat was erg makkelijk. Een belletje naar het werk, dat ik pas weer zo verschijnen na de tocht, werd als van vanzelfsprekend geaccepteerd. De directeuren waren immers ook Friesen.
De schaatsen goed nagekeken, waren nog de oude wedstrijdschaatsen en mijn spullen voor lange tochten klaargelegd. En met de ervaringen die ik had van '85 wist ik een klein beetje wat me te wachten stond. 3 jan. de dag voor de tocht, met de auto naar Leeuwarden, en ver voor Leeuwarden stond ik al in de file, tjonge iedereen wou natuurlijk daar zijn waar het hart van Nederland klopte op dat moment. Ik was zat op tijd bij het FEC en haalde de spullen op die je meekrijgt om te starten, startgeld 100 gulden, toch een bak geld toen.
Op het logeeradres lekker gegeten en op tijd naar bed, want ik mocht om 7 uur starten. Niet veel geslapen weet ik nog, want de spanning was er, en ik hoorde de hele tijd helikopters, of heb ik toch gedroomd toen. Als het tijd is de kleren aan, en lopend naar het FEC waar iedereen toch wel een gespannen kopje heeft. Hierna is het wachten in het startvak totdat je weg mag. Iedereen vreest de koude harde wind die al dagen uit het noord-oosten waait, en vraagt zich af tot hoever je kunt komen met deze omstandigheden, want je hebt geen enkele garantie dat je de finish haalt.
Om 7 uur is het meer wandelen dan hard lopen naar het ijs, maar het is niet de wedstrijd waar je aan deelneemt. Op het ijs is het een drukte van belang en je doet snel je schaatsen onder, ik neem mijn schoenen mee, onder het jack aan de voorkant van mijn schaatstrui, heb ik vakken gemaakt waar de schoenen in kunnen. Je weet niet of je ze nodig bent.
Ik schaats rustig Leeuwarden uit en blijf veel rechtop staan, waardoor ik veel wind vang, het schaatsen gaat vanzelf en hierdoor kan ik goed op de scheuren letten. Al snel wordt het lichter en kun je goed zien waar je bent. Na Sneek en IJlst gaan we op Sloten aan en op het Slotermeer moeten we een stuk tegen de wind in, tjonge dat is werken. Hierdoor krijg je al een idee hoe het zal gaan na Stavoren.
Ik schaats alleen, mijn broer rijdt zwart en ik weet niet waar hij opgestapt is, maar praat met mensen om me heen. Sloten is zoals in '85 een erg gezellig plaatsje om doorheen te rijden, we gaan via Balk over het kleine riviertje "de Luts", het ligt in het bos, en altijd een beetje een zorgenkindje in de route. Menig rijder geeft aan dat het echte werk nog moet gebeuren. Als we in Stavoren zijn, neem ik nog een kop warme chocolademelk, en neem me voor om niet te snel te willen schaatsen tegen de wind in. Als ik bij de camping de bocht omga en naast de dijk schaats, knalt het tempo gelijk onderuit, tjonge dit wordt wat, ijzige koude wind op de kop. Ik neem me voor om niet teveel op kop te komen en komt er een snellere groep voorbij, aanpikken en meegaan.
Gestaag schaatsen we door en af en toe mijd ik het kopwerk niet, maar matigheid staat voorop. Hindelopen en Workum worden gehaald en dan via de lange Bolswarder trekvaart op Bolsward aan.
Ik weet dat ik bij vrienden bami kan eten in Bolsward en ze wonen ook nog met de tuin aan de route, dus als ik daar ben gaan de schaatsen uit en kan ik in een warme kamer lekker bami eten, dit is wel een luxe die me goed doet. Na een half uur opladen stap ik weer op het ijs en begin aan de tweede helft want de eerste 100 kilometer liggen achter me, nu is het 70 tegen en 30 km nog met de wind mee.
Ik blijf met dezelfde tactiek schaatsen en blijf op reserve rijden, want het stuk Franeker Dokkum wil ik wel overleven. Het ijs is schoon want het is een droge vorstperiode geweest, mooi hard zwart ijs, datgene wat warme gevoelens geeft bij een schaatser. Het stuk naar Harlingen geeft af en toe wind mee, en hier kun je dan ff je rug rechte zonder het tempo te laten zakken, lekker want de kilometers gaan tellen en mijn dikke tenen doen zeer, want wedstrijdschaatsen koop je niet te ruim. Eigenlijk heb ik altijd het jaar na een winter/ijs periode zwarte dikke teen nagels, omdat de trilling van het natuurijs ervoor zorgt dat ze langzaam los komen, brrr, niet teveel aan denken. Af en toe moeten wel al regelmatig klunen en ik zie al veel mensen erg stram deze activiteit uitvoeren.
Ineens is daar een grote tent op de kant van het ijs, gratis erwtensoep van Unox met de welbekende muts die aan iedereen uitgereikt wordt, volgens mij doen ze dat nog steeds bij grote evenementen. Geweldig toch, zomaar in de middle of nowhere.
In Harlingen is het feest en we genieten erg van de sfeer in de plaatsen waar je langs schaatst, Bolsward, Harlingen en Franeker zijn grote plaatsen en het publiek is in grote getale gekomen, erg leuk. Harlingen en Franeker is een kort recht stukje dus dat gaat goed, maar om het moment dat je Franeker uitrijdt, weet je, nu moet het gebeuren, hier wordt het kaf van het koren gescheiden.
Een open vlak gebied met weinig tot geen beschutting, hier en daar een dorpje met een vlag, en meer toeschouwers dan huizen, maar veel schaats je in de ruimte, met als enige metgezel die vreselijke koude harde wind op je kop.
Ik voel me nog steeds goed en ga ook wat meer kopwerk doen, want veel groepjes zie ik niet meer, want ik ben al aardig door de meute heen geschaatst. Opeens zie ik een groep stilstaan, wat blijkt, het mobieltje is in opmars en handige zakenmensen laten iedereen die wil, gratis naar huis bellen. Ik doe het niet want ik heb Grytjse nog in Bolsward gesproken en gezien. Ik ga door en houd mezelf voor om niet aan de afstand te denken die ik nog moet, maar gewoon in je cadans blijven en ontspanning houden in je slagen. De jarenlange training als wedstrijdrijder en de fietsconditie betaald zich hier dubbel en dwars uit. Ik kan nog een redelijke kruissnelheid produceren en ga op Bartlehiem aan.
De groep achter me groeit, en het zijn allemaal redelijke schaatsers, want je moet nog steeds tegen de wind in. Wel ga ik op tijd van kop af, want ik heb wel jaren in Lemmer gewoond maar ben geen "Beer van Lemmer". Opeens is daar het bekende beroemde bruggetje en zeilen we linksaf, wat een geschreeuw ineens om je heen en wat een mensen, uren rijd je bijna in stilte en dan wham.
Na Bartlehiem komt al snel Birdaard, in '85 dacht ik dat het Dokkum was, wat een deceptie was dat man. Nu wist ik het, na Birdaard schaatsen we op het Dokkumer Ee en hoor ik ineens iemand praten tegen een ander, maar ik hoor die ander niet, ik snap er eerst niks van, maar als ik omkijk zie ik dat hij aan het bellen is, met een mobieltje. Ik ben verbaasd. Tja je zag ze toen nog niet veel.
Vlak voor Dokkum wordt het donker, het is bijna 5 uur en ik weet dat ik ongeveer net zo snel ben als in '85, dus dat is mooi. Toen waren de omstandigheden heel anders, weinig wind met motregen.
Nu is het ijs keihard, net als de wind. Als ik Dokkum in schaats beleef ik iets waar ik nog steeds kippenvel van krijg. Ze hebben in de kom van Dokkum in de haven tribunes gebouwd en veel lampen neergezet met hier en daar een muziekgroep. Het is net of je de Arena binnenkomt, in een woord adembenemend. Ik neem een kop erwtensoep, haal mijn stempeltje en geniet van de entourage, wat mooi, iedereen wordt massaal toegejuicht. Ik rij Dokkum uit onder de brug door bij de molen en draai weer om, om het nog een keer te beleven.
Nu is het rustig rechtop schaatsen, de wind blaast je naar Leeuwarden. Ik haal mijn zaklantaarn uit mijn rugzak, en zo kan ik de scheuren op tijd zien, er zijn weinig mensen die daar aan gedacht hebben want ik zie ze weinig met verlichting rijden. Het terug rijden is een feest want je weet dat je eigenlijk al klaar bent en op tijd terug. Bij Bartlehiem weer linksaf en dan het laatste stukje naar Leeuwarden. Toch nog een lastig stuk want het licht van de "Bonke" zorgt ervoor dat je al vroeg verblind bent en je niet goed ziet waar je rijdt. Je kijkt de hele tijd tegen het licht in.
Dat is erg vervelend en niet handig van de organisatie, veel mensen vallen of rijden zo de wal in omdat ze verblind worden, horen en lezen we later. Doordat ik mijn zaklantaarn heb, valt het bij mij mee en mijn ogen zijn ook nog goed, doordat ik de hele dag mijn bril opgehouden heb.
Tegen 7 uur ben ik op de Bonke en doe mijn schoenen aan, er is redelijk publiek, en veel organisatie maar de sfeer is niet als onderweg. Ik stap een bus in en ga naar het FEC om de laatste formaliteiten af te wikkelen. Ik zie al veel uitvallers daar en mensen die gewond zijn geraakt of op zoek zijn naar hun schoenen.
Ik ga naar het slaapadres, bedank de mensen en vertel hoe het gegaan is, vlak voordat ik thuis ben koop ik nog een bos bloemen voor Grytsje en ga bij thuiskomst na begroeting van de kinderen op de bank zitten om het live verslag te bekijken van Studio Sport.
Ik voel me goed en heb niet het gevoel tot het uiterste gegaan te zijn.
Later besef ik dat ik eigenlijk iets aparts heb meegemaakt, wat veel indruk nalaat.
Tjonge wat een tocht, de weken erna beleef ik het nog vaak in mijn gedachte, en de twee kruisjes die ik heb, zijn me dan ook erg dierbaar.
Saluut.